Nederlanders zijn vleeseters. Het zit in onze cultuur genesteld. Langzamerhand, en zeker ook met dank aan de opmars van vegan voeding, worden we met zijn alle steeds bewuster van onze voedingskeuze. Want als je iets eet, bijvoorbeeld vlees, dan wil je toch ook weten wat de impact hiervan is op het milieu? Met andere woorden, wat is je voedselvoetafdruk als vleeseter of vegan?
Eerst even wat cijfertjes. In 2016 at de gemiddelde Nederlander 76,8 kilo vlees (gewicht is inclusief beenderen) per persoon waarvan:
Het overige gedeelte bestaat uit schapen- en geitenvlees en paardenvlees. Jup, ook paardenvlees. Wie had dat gedacht, na het paardenvleesschandaal van 2014… Anyway, de gemiddelde vleesconsumptie per gemiddelde Nederlander is voor het eerst sinds 2009 jaar weer stijgende, volgens de Wageningen University & Research (2017). Inmiddels lijkt er wel weer een daling plaats te vinden, met dank aan de winnende populariteit van vleesvervangers.
Naast vlees zijn we in Nederland ook niet vies van een stukje kaas of een glaasje melk op zijn tijd. Dat hoort bij onze cultuur en daar zijn we vrijwel allemaal mee opgegroeid. Maar denken we wel eens na over de gevolgen van deze producten?
Velen van ons kennen de beelden wel die stichting WakkerDier verspreidt om dierenleed in de vee-industrie aan het licht te brengen. De vee-industrie heeft echter niet alleen gevolgen voor de dieren zelf, maar ook voor onze planeet.
Het produceren van voedsel kost veel grondstoffen. Het produceren van vlees is daarbij opvallend veel. Want, je hebt het dan niet alleen over de vervuilende vleesproductie, maar ook bijkomstige vervuilende middelen als kunstmest en brandstof voor landbouwvoertuigen.
FAO (2006) geeft aan dat wereldwijd 18% van de door mensen veroorzaakte broeikasgassen te verwijten is aan veeteelt. Worldwatch (2009) wijst vervolgens op verschillende fouten in de onderzoeksmethode die FAO hanteerde en komen zelf op een aandeel uit van 51%.
Wie in deze ook gelijk heeft, het feit blijft dat de veeteelt verantwoordelijk is voor een aanzienlijk aandeel op de broeikasgassen die terechtkomen in de atmosfeer. Daar moeten we iets mee!
Omdat de bevolking groeit, neemt ook de vraag naar vlees toe. De FAO verwacht dan ook dat de wereldwijde consumptie van vlees per persoon in 2050 met 40 procent is toegenomen ten opzichte van 2010. Tegelijkertijd is er minder plek voor veeteelt omdat stedelijke gebieden zich ook uitbreiden. Ronduit een problematische situatie.
Om te begrijpen wat de invloed van onze voedingskeuze is op het milieu berekenen we de watervoetafdruk. Aan het gehele productieproces om gebruiksvoorwerpen, kleding en eten te maken, komt veel water te pas. Dit noemen we de watervoetafdruk of water footprint. Met andere woorden: de watervoetafdruk weergeeft de hoeveelheid zoetwater dat nodig is om goederen te produceren. De vraag is dus: hoeveel water heeft jouw lapje vlees verbruikt? Of jouw plantaardige burger?
Product |
Portie |
Watervoetafdruk in liters |
Biefstuk |
150 gram |
2.312 |
Schapenvlees |
150 gram |
1.561 |
Varkensvlees |
150 gram |
900 |
Kippenvlees |
150 gram |
649 |
Boter |
5 gram |
555 |
Rijst |
200 gram |
499 |
Melk |
250 ml |
255 |
Eieren |
60 gram |
196 |
Chocolade |
100 gram |
172 |
Banaan |
200 gram |
158 |
Kaas |
30 gram |
152 |
Noten (ongepeld) |
50 gram |
139 |
Appel |
150 gram |
123 |
Aardappelen |
200 gram |
57 |
Boterham |
30 gram |
18 |
Tomaat |
80 gram |
17 |
We zien dat vlees proportioneel veel water vraagt tijdens de productie. Bij een biefstuk van 150 gram is dat zelfs 2.312 liter water! Als je je bedenkt dat een koe alleen al 100 tot 150 liter water drinkt per dag, dan is dat ook niet heel gek. Bovendien is er ook nog water nodig om zijn voedsel te produceren, zijn stallen schoon te maken, hem te transporteren, hem te slachten, zijn vlees te verwerken en te verpakken om het stukje vlees vervolgens te koelen en te verkopen aan de consument. Kortom, een hele boel water.
Nu heb ik vlees onder de loep genomen en wil je natuurlijk weten hoe dat zit met plantaardige voeding. Is het contrast groot? Het antwoord kan ik direct verklappen: ja, immens groot!
Een sojaburger van 150 gram heeft een watervoetafdruk van 158 liter. Remember, en biefstuk van 150 gram heeft een watervoetafdruk van 2.312 liter. Een sojaburger verbruikt slechts 6,8% van de hoeveelheid water van een biefstuk. Dat is een serieus verschil.
Water wordt hierbij gebruikt tijdens de productie van sojabonen waar vervolgens sojamelk van wordt gemaakt welke als basis wordt gebruikt voor de burger. Ook tijdens de verpakking van het product komt er water aan te pas. Naast soja wordt er in dit geval ook soja melkpoeder, sojapasta, uien, groene paprika en wortels aan toegevoegd. Ook hiervan wordt het waterverbruik meegerekend (Ecological Indicators, 2012). Een sojaburger past perfect in een veganistische leefstijl.
Aanvullend op de watervoetafdruk bekijken we de CO2-uitstoot door voeding. Milieu Centraal stelt dat er per huishouden van gemiddeld 2,8 personen jaarlijks 5,6 ton CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door voeding. Hier wordt het energieverbruik door het bewaren en bereiden van de voeding niet meegerekend. Deze jaarlijkse CO2-uitstoot kan worden opgedeeld over vier voedingsgroepen:
Meer dan de helft (52%) is dus toe te schrijven aan dierlijke voeding (Zuivel en Gezondheid, 2017).
Product |
Portie grootte |
Uitstoot van broeikasgassen in CO2 kilo equivalent |
|
Lam |
150 |
gram |
5,88 |
Rundvlees |
150 |
gram |
4,05 |
Varkensvlees |
150 |
gram |
1,82 |
Kippenvlees |
150 |
gram |
1,04 |
Tonijn |
150 |
gram |
0,92 |
Aardappelen |
200 |
gram |
0,58 |
Rijst |
200 |
Gram |
0,54 |
Melk |
250 |
ml |
0,48 |
Kaas |
30 |
gram |
0,41 |
Bonen/ tofu |
150 |
gram |
0,3 |
Eieren |
60 |
gram |
0,29 |
Fruit |
150 |
gram |
0,17 |
Tomaat |
80 |
gram |
0,16 |
Groenten |
80 |
gram |
0,16 |
Noten |
50 |
gram |
0,12 |
In vergelijking tot plantaardige voedingsmiddelen zijn dierlijke voedingsmiddelen verantwoordelijk voor een hogere uitstoot aan broeikasgassen. Bovenstaand tabel weergeeft de uitstoot van broeikasgassen in CO2 kilo equivalent per product, per portie. CO2 kilo equivalent is een rekeneenheid om de bijdrage van broeikasgassen aan het broeikaseffect onderling te kunnen vergelijken. Dit is gebaseerd op het GWP, Global Warming Potential; de mate waarin een gas bijdraagt aan het broeikaseffect. Om dit redelijk ingewikkeld verhaal wat te versimpelen, neem ik het voorbeeld van methaan. Methaan heeft een GWP van 21 CO2-equivalent. Dat betekent dus dat 1 kilo methaan over een periode van 100 jaar 21 keer meer aan het broeikaseffect bijdraagt dan 1 kilo CO2 (Planbureau voor de Leefomgeving). Zichtbaar is dat lam en rundvlees grote uitschieters zijn en dus het grootste effect heeft op het broeikaseffect ten op lichte van overige voedingskeuzes (Green Eatz).
Klapperen je oren na het lezen van dit artikel en sta je echt perplex van de impact van vlees eten? Dan ben ik daar blij om. Als consument zijn wij onszelf vaak veel te weinig bewust van de impact van onze productkeuzes. Hopelijk, maak je na het lezen van dit artikel in ieder geval een bewuste keuze voor wel of geen vlees – dat is aan jou.
Als je denkt dat je er met vlees minderen of elimerenen in je voedingspatroon bent, heb je het mis – helaas. Nog heeeeeel vaak zitten er dierlijke bijproducten verstopt in producten waar je als consument echt geen weet van hebt. Zo ook in cosmetica.